Djembe geschiedenis

Djembe muziek.
De djembe muziek vind zijn oorsprong in het middeleeuwse Mali-rijk (1230 tot 1600) van de Mandinka beschaving (nu Mali, Guinee, Burkina Faso, Ivoorkust, Liberia en Senegal). Het rijk werd gesticht door Sundiata Keita (1217 tot 1255) of Sundjata Keiyta. Het helden verhaal van Sundiata is voornamelijk mondeling doogegeven door vele generaties Mandinka Griots of Djeli's (Djeli = bloed). Op jonge leeftijd leerden de kinderen lange ritmes spelen en onthouden. De jongens speelden balafoon en kora, de meisjes zongen, dansten en speelden kleine instrumenten.

Het Mali rijk.
Het Mali rijk, groter dan heel West-Europa had grote culturele invloed en verspreide zodoende zijn taal en gewoontes langs de Niger rivier. De herkomst van de djembe wordt ook wel geassocieerd met de ijzersmeden van de Mandinke of Susu stam, NUMU genaamd. Deze smeden vervaardigden behalve de djembe ook vele belangrijke werktuigen waardoor ze veel aanzien hadden. De weide verspreiding van de djembe is waarschijnlijk het gevolg van de migratie van deze NUMU. Het ritme Numu word ook nu nog gespeeld, waarbij de ijzersmeden van het dorp met hun werktuigen in de hand een traditionele dans uitvoeren. Een indrukwekkend schouwspel van vele generaties.

The Epic of Sundiata Keita.
Dit verhaal vertelt over een Mandinka koning (Sundiata Keita) die op een dag een toegewijde jager aan het hof ontving. De jager voorspelde dat als hij met een lelijke vrouw zou trouwen zij hem een zoon zou geven die op een dag een machtig koning zou zijn. Sundiata was al getrouwd met Sassouma Berté en had een zoon Dankaran Toumani Keïta. Toen twee Traore jagers van het Do koninkrijk hem een lelijke gebochelde vrouw voorstelden, herinnerde hij zich de voorspelling. Hij trouwde Sogolon en al spoedig werd er een zoon geboren Sundiata Keita.

Sundiata Keita.
Sundiata kon niet lopen tijdens zijn jeugd maar ondanks zijn handicap kreeg hij op jonge leeftijd zijn eigen griot toegewezen, die hij om wijze raad kon vragen. De hoofdstad van zijn rijk werd zijn geboortestad Niani in Mali, nu een klein plaatsje vlak bij de grens met Guinee. Hij stierf volgens de legende in 1255 door verdrinking in Sankari rivier waar nog steeds een gedenkteken staat. Zijn drie zoons Mansa Wali Keita, Ouati Keita and Khalifa Keita volgden hem op als koning van het Mali rijk.

De Franse Kolonisatie.
Rond 1880 werden de eerste Franse handelsposten opgericht aan de kust van Guinee. In 1893 bevond heel Guinee zich onder Frans bewind ondanks de weerstand van Samoru Toure (de grootvader van de latere president Sekou Toure). Om de macht in handen te krijgen en te houden heeft Frankrijk de traditionele machtsstructuur van het Malinke volk vernietigd. Het Malinke volk mocht haar eigen cultuur, taal, traditie en muziek niet behouden en moest zich helemaal aanpassen aan de Franse cultuur. In 1958 riep Guinee zichzelf uit tot onafhankelijke republiek.

Tijdens een bezoek van 'de Gaulle' maakte Sekou Toure de volgende opmerking: "Wij preferen een leven van armoede en vrijheid boven een leven van rijkdom en slavernij'. Als reactie daarop werden alle Franse inwoners uit Guinee teruggeroepen naar Frankrijk en de administratie en publieke gebouwen als scholen en ziekenhuizen vernield. De opvolgende president was de dictatoriale president Lansana Conte. In 1993 werd hij herkozen tijdens de eerste democratische verkiezingen. In 1998 werd hij nogmaals herkozen. De jarenlange kolonisatie in combinatie met dictatorschap heeft er toe geleid dat Guinee een van de armste landen van de wereld is ondanks de enorme schat aan grondstoffen en mineralen.

Culturele wedergeboorte.
Na de kolonisatie in 1958 brak een periode van "culturele wedergeboorte" aan, waarin muziek, cultuur en politiek hand in hand gingen. Muziek- en dansfestivals waren van groot belang en met grote regelmaat werden er regionale, nationale en internationale competities georganiseerd. Ieder dorp heeft zijn eigen traditie en ritmes die ook alleen in dat dorp bekend zijn. Sekou Toure wilde er zeker van zijn dat de dorpen hun geheimen prijs gaven zodat de ritmes en dansen in heel Guinee bekend werden.

Echter lang niet alle dorpen wilden hun geheim prijsgeven. De beste artiesten werden naar Conakry gehaald om opgeleid te worden voor het spelen op festivals. Uit de beste artiesten werden later de balletten gevormd. De djembe maakte voor het eerst grote indruk buiten Afrika in 1940 in Parijs. Echte bekendheid kwam in de jaren daarna door wereldwijde optredens van Les Ballets Africains, Les Ballet Djoliba en 'Le Ballet National de l'Armee populaire'. Na de dood van Sekou Toure opende guinee zijn grenzen waardoor de groepen jarenlange tournees over de hele wereld maakten.

Mamady Keita (geboren in 1950 in Balandugu).
Tegen de wil van zijn familie werd hij uit zijn geboorte dorp weggegehaald.
Na een keiharde leerschool en het winnen van vele festivals kreeg Mamady op 15 jarige leeftijd een plaats in het Nationaal ballet. (Djoliba National Ballet).
In 1988 werd zijn naam ook bekend buiten Afrika.
Hij werd naar Brussel gehaald om daar les te geven.
Inmiddels geeft hij workshops en concerten over de hele wereld.

Fodeba Keita (geboren 1921 in Siguiri).
In 1944 haalde hij zijn onderwijs bevoegdheid in Senegal. Later ging hij naar Parijs en in 1949 starte hij The African Theatre of Keita Fodeba. De introductie van Africaans muziek verliep niet zonder problemen. Na een paar jaar worstelen met de taal en culturele problemen starte hij Les Ballet Africans met een zeer jonge Papa Ladji Camara. Het eerste optreden in Theatre Etoile de Paris 1952 was meteen een succes. Later werd hij op politieke gronden gearresteerd en gedood in de gevangenis. Nog steeds betreurt Guinee de dood van een pioneer die door zijn muziek de connectie legde tussen

Famoudou Konate (geboren 1940 in Sangbaralla).
Hij speelde al op acht jarige leeftijd op diverse festivals en werd al snel een veelgevraagd drummer in de hele regio.
Van 1959 tot 1985 was hij de leider van Les Ballets Africains en speelde op virtuose wijze de solodjembe. Hij was de bedenker van vele arrangementen die nog steeds door veel groepen gespeeld worden.
Vanaf 1986 geeft hij workshops en concerten over de hele wereld. Bekijk de Video Les Ballets African

De introductie van de djembe in de rest van de wereld.
Papa Ladji Camara toekomst lag al vast voor zijn geboorte 1923 in Norassoba. Volgens zijn grootvader was hij voorbestemd een groot drummer te worden. In 1939 op de zeer jonge leeftijd van 16 jaar speelde hij in voor het eerst in Parijs . Na zeven jaar keerde hij terug naar Senegal. In 1953 in Dakar sloot hij zich opnieuw aan bij het ballet en kreeg de kans om naar Amerika te gaan. De droom van zijn grootvader werd werkelijkheid. Papa werd een boodschapper van het Afrikaanse volk en geloofde dat alle rassen vereenigd konden worden door de Afrikaanse cultuur.

Frans West-Afrika.
Frans West-Afrika was een federatie van acht Franse koloniën in Afrika, namelijk: Mauritanië, Senegal, Frans Soedan (nu Mali), Guinee, Ivoorkust, Niger, Opper-Volta (nu Burkina Faso) en Dahomey (nu Benin). Frans West-Afrika besloeg in zijn grootste samenstelling een gebied van ongeveer 4.689.000 km², waarvan een groot gedeelte werd ingenomen door de Sahara-woestijn. Bij het ontstaan van de federatie woonden er ongeveer 10 miljoen mensen. Bij het uiteenvallen ongeveer 25 miljoen. Frans West-Afrika werd gecreëerd in 1895 als een unie die aanvankelijk alleen Senegal, Frans Soedan, Guinea en Ivoorkust omvatte. De federatie werd permanent in 1904 en had een gouverneur-generaal die eerst gevestigd was in Saint-Louis en daarna vanaf 1902 in Dakar, beide in het huidige Senegal.De federatie werd opgeheven na een referendum in september 1958 over de toekomst van de Franse gemeenschap, waarin de gebieden aangaven autonome republieken te willen worden. Het gebied Guinea stemde voor onmiddellijke onafhankelijkheid. Ivoorkust, Niger, Opper-Volta en Dahomey vormden hierop de Sahel-Benin Unie die maar een kort leven beschoren was.

Guinee.
Guinee is grondwettelijk een presidentiele republiek in West-Afrika, gelegen aan de Atlantische Oceaan tussen Guinee-Bissau en Sierra Leone. De hoofdstad is Conakry. Vanaf de Golf van Guinee, waar het land een kustlijn van 320 kilometer heeft, spreidt het land zich naar het noorden uit en vanaf daar naar het oosten en zuidoosten. Het land grenst aan Ivoorkust, Guinee-Bissau, Liberia, Mali, Senegal en Sierra Leone. Eeuwenlang was het land erg afgesloten van de buitenwereld maar langzaam maar zeker opent zij haar deuren voor de rest van de wereld.